Toch een compromis over het afschaffen van tijdelijke huurcontracten na ‘politiek drama’

Tijdelijke verhuur Het Kamerdebat over het afschaffen van het tijdelijke huurcontract, leidde tot een compromis tussen CDA en indieners PvdA en CU.

Henk Nijboer (PvdA), Pieter Grinwis (CU) en minister Hugo de Jonge in debat over het afschaffen van het tijdelijke huurcontract.
Henk Nijboer (PvdA), Pieter Grinwis (CU) en minister Hugo de Jonge in debat over het afschaffen van het tijdelijke huurcontract. Foto Robin Utrecht/ANP

Een „parlementair unicum”, waar zijn „oren nog steeds van tuiten”. Met grote woorden opende voorzitter van de Tweede Kamer Martin Bosma (PVV) donderdagmiddag het debat over het voorstel om het tijdelijke huurcontract af te schaffen. Want dat een initiatiefvoorstel niet twee, maar drie Kamerdebatten krijgt, „gebeurt zelden”.

Het resultaat is een compromis tussen de indieners van de initiatiefwet, PvdA en ChristenUnie, en criticus CDA. Onderhandelingen daarover werden achter de schermen en tot aan het debat gevoerd.

Aan deze uitkomst ging een „politiek drama” – wederom Bosma – vooraf. De Kamer debatteerde in maart en april al over het voorstel van Pieter Grinwis en Henk Nijboer. Toen leek een meerderheid vóór te zijn, inclusief het CDA. Maar ná het laatste debat dienden coalitiepartijen CDA en VVD een tweetal amendementen in. Een ongebruikelijke gang van zaken die ook volgens VVD-Kamerlid Peter de Groot „geen schoonheidsprijs” verdient.

Lees ook: Wel of niet tijdelijke huurcontracten afschaffen? Daar is in de politiek flinke ruzie over

CDA en VVD wilden met hun wijzigingen mogelijk maken dat wie niet meer dan één woning verhuurt diens huurder onder bepaalde omstandigheden het huis uit mag zetten. Bijvoorbeeld wanneer de verhuurder, of diens familieleden, zélf in het huis willen wonen. Of wanneer de woning verkocht wordt. Nu is dat laatste niet mogelijk en geldt het principe ‘koop breekt geen huur’. Dat beschermt huurders, maar maakt een verhuurde woning vaak minder waard wanneer eigenaren het verkopen.

PvdA en CU reageerden woest op deze in hun ogen „desastreuze” amendementen. Hiermee zouden de rechten van huurders niet worden versterkt, zoals het voorstel beoogt te doen, maar juist verzwakt. Nijboer sprak bovendien van „sabotage” en „ondermijning” – door de minister voor Volkshuisvesting Hugo de Jonge (CDA) welteverstaan. Hij was tegen het voorstel en zou VVD en CDA hebben gesouffleerd met de amendementsteksten. De Jonge wilde geen generiek verbod, maar gemeenten de mogelijkheid geven om tijdelijke contracten in kwetsbare wijken te verbieden.

Neemt de Kamer de wijzigingen aan, stelden Nijboer en Grinwis, dan zouden zij hun voorstel geheel terugtrekken. Maar de stemming werd uitgesteld en er werd een nieuw, derde debat aangevraagd. Sindsdien stapte Jaco Geurts, de CDA’er die de amendementen met VVD’er Peter de Groot indiende, op als Kamerlid.

Proefperiode samenwonen

Geurts’ opvolger op het woondossier, Inge van Dijk, kwam donderdagmiddag met een eigen amendement. Zij wil verhuurders onder beperkte omstandigheden alsnog de mogelijkheid geven een tijdelijk contract aan te bieden. Een koppel dat gaat samenwonen moet, zo stelde Van Dijk, een „proefperiode” krijgen. Daarin kan een stel uittesten of het samenwonen inderdaad goed gaat.

Na drie debatten lijkt een meerderheid in de Kamer vóór het initiatiefvoorstel

Onder de wijziging mogen woningeigenaren alleen een huis waar zij zelf eerder in woonden nog eenmaal tijdelijk verhuren. De duur daarvan mag langer zijn dan de huidige maximale termijn voor een tijdelijk contract van twee jaar, zolang deze maar in overleg tussen huurder en verhuurder is afgesproken.

Wordt dit amendement aangenomen, dan zijn de vorige twee amendementen die het CDA mede indiende volgens Van Dijk niet meer nodig.

Een meerderheid van de Kamerleden lijkt zich hierin te kunnen vinden. Komende dinsdag stemt de Tweede Kamer over het initiatiefvoorstel en de amendementen.